© Rootsville.eu

Berta Moreno (E)
tiltle: Tumaini
music: Afro Jazz
release date: april 30, 2021
label: Tiger Turn
promotion: Lydia Liebman Promotions
info artist:
Berta Moreno

© Rootsville 2021


Berta Moreno is een doorgewinterde bandleider die haar bands naar enkele van de meest opmerkelijke festivals en podia in Europa en de Verenigde Staten heeft gebracht, zoals het North Sea Jazz Festival. Een vaste klant in New York City, voorafgaand aan de COVID-19 lockdown, was Moreno alomtegenwoordig in veel van de clubs in New York City. Haar eerste album Little Steps werd met lovende kritieken ontvangen door de Amerikaanse en Europese pers. Het was te zien in Downbeat Magazine, won een gouden medaille van de Global Music Awards voor beste jazzalbum van 2018, en ontving een nominatie voor beste jazzalbum door The 16th Independent Music Awards (VS) en The MIN Music Awards (Spanje).

Tumaini is een opbeurende en vreugdevolle muzikale reis die luisteraars meeneemt op een levendige tour door Kenia. Geïnformeerd door de levensveranderende ervaring van de bandleider als vrijwilligerswerk in de Kawangware-regio enkele jaren geleden, combineert deze door het hart geleide nieuwe release naadloos elementen van soul, jazz en traditionele Afrikaanse stijlen. Moreno vervoegen is een multiculturele outfit die ze het Afro-Jazz Soul Project noemt, bestaande uit een veelzijdige ritmesectie met bassist Maksim Perepelica uit Letland en Raphaël Pannier uit Frankrijk. Dit ijzersterke duo treft met gemak en precisie de vele ritmische wegwijzers van de stukken, terwijl de raadselachtige Argentijnse percussionist Franco Pinna het project een uitgebreide sonoriteit geeft. De pianist en toetsenist Manuel Valera uit Cuba blijkt een geïnspireerde keuze te zijn, aangezien hij het materiaal doordrenkt met weelderige harmonie en creatieve improvisaties. Zangeres Alana Sinkëy uit Guinee-Bissau schittert als de emotionele kern van de groep, met prachtige vertolkingen van het lyrische materiaal en een rijke variatie aan verrassende klankkleuren.

Tumaini, het tweede album van Moreno, is geïnspireerd op een levensveranderende ervaring die Moreno een aantal jaren geleden in Kenia had toen ze via The Little Ray of Hope School. De acht originele composities op Tumaini (“Hoop” in het Swahili ”), zijn rechtstreeks geïnspireerd door deze veerkrachtige gemeenschap en vooral door de kinderen, wier positieve kijk en vreugdevolle houding Moreno diep ontroerde. Het resulterende werk is een krachtig en diepgaand verhaal dat luisteraars meeneemt op een reis door Afrikaanse savannelandschappen en zonsondergangen naar het hart van Kawangware. Veel van de muziek behoudt een opbeurende toon en ontleent haar momentum aan het gebruik van ritmische ideeën die te vinden zijn in de muziek van Oost-Afrika en deze naast hedendaagse jazzconcepten van harmonie en melodie te plaatsen.

Tunes als "Karibu" en "Mandhari" (I en II) behouden een moderne esthetiek vol modulaire ritmische structuren die evolueren door de composities en vaak verrassen door de scherpzinnige manieren waarop ze zich ontwikkelen. De band laat ook zien hoe goed ze zijn in het genereren van een ritmisch momentum op ‘Afrika’ met een aanstekelijke groove die niet zou misstaan ​​in een album van Fela Kuti, terwijl het heldere ‘Dance’ een bruisende Latin jazz-stijl handhaaft. Het introspectieve "Hope" is het middelpunt van het album en drukt de diepe persoonlijke veranderingen uit die de componist tijdens en na haar reis heeft doorgemaakt. De aandacht vestigen op het schrille contrast van het drukke moderne leven in New York City, waar het een uitdaging kan zijn om een ​​echte en eerlijke menselijke band tot stand te brengen, met Kawangware waar Moreno een hernieuwd gevoel van hoop vond in mensen en menselijke waarden. Om die dramatische veranderingen weer te geven, begint de compositie met een spaarzame en treurige toon die zich langzaam ontwikkelt tot lichtere en meer open harmonieën, om deze reis en transformatie te schetsen. Gedurende het album speelt Moreno een dynamische rol, waarbij ze vaak wisselt tussen improviseren over de vormen, het verdubbelen van geschreven partijen, het spelen van harmoniepartijen voor andere instrumentalisten en het spelen van achtergronden, waarbij ze haar vermogen laat zien om de saxofoon in een bredere functie te zien dan alleen een solist. Compositorisch vullen de vele thema's en stemmingen van het album elkaar aan, terwijl ze voldoende afwisseling bieden voor de luisteraar om zichzelf voortdurend te ontdekken.

tracks:

01 Karibu
02 Afrika
03 The Beauty and The Sun
04 Dance
05 Mandhari I
06 Mandhari II
07 Hope Intro
08 Hope
09 Christine
10 Kutembea